Sara leefde honderdzevenentwintig jaar. Ze stierf in Kirjat-Arba, het huidige Hebron, in Kanaän. Nadat Abraham bij haar gerouwd had en haar had beweend, stond hij op, verliet de tent waarin zijn overleden vrouw lag en wendde zich tot de Hethieten. Hij zei:

‘Ik woon maar als vreemdeling bij u. Geeft u mij hier een eigen graf, dan kan ik mijn overleden vrouw uitdragen en begraven.’ De Hethieten antwoordden hem:

‘Maar luister, heer, wij beschouwen u als een vorst die door God zelf begunstigd wordt! Begraaf uw vrouw in het beste graf dat we hebben. Niemand van ons zal u zijn graf weigeren en u beletten haar daarin te begraven.’ Toen boog Abraham diep voor de Hethitische landeigenaars. ‘Als u er dus mee instemt dat ik mijn vrouw uitdraag en begraaf,’ zei hij, ‘wees dan zo goed er bij Efron, de zoon van Sochar, op aan te dringen dat hij mij de grot van Machpela afstaat, die zijn eigendom is en aan de rand van zijn akker ligt. Laat hij mij die geven voor de volle prijs, zodat ik bij u een eigen graf heb.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
0Shares